Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.
En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege de heersende gedachte dat kerst het gezelligste moment van het jaar moest worden, dat het gehele land beroerde. Deze gedachte ging terug op een gebeurtenis eeuwen geleden. En zij gingen allen op pad om bomen te versieren, kaarten te sturen en inkopen te doen, ieder naar zijn eigen idee.
Ik kan er glimlachend naar kijken. Naar die kersthectiek. Het lukt me ook me er ieder jaar wat meer van los te maken. Ik weet dat velen het voelen als een keurslijf, waar je voor twee of drie dagen in geperst wordt. Kerst móet met mensen. Kerst móet met eten. Kerst móet gezellig. Kerst alleen? Dat kan niet, al zou je dat diep in je hart prima vinden. Kerst moet leuk. Kerst moet licht. Kerst moet gevierd. Maar van wie eigenlijk?
Zelf geniet ik van de decembermaand. Het is voor mij de ultieme maand, waarin ik me, als het even kan, terugtrek in mijn cocon. Dekentje op de bank, muziek of een boekje erbij. Ik ervaar meer en meer hoe ik het donker omarm als de prettige wereld-kleiner-maker. Het geborgen donker, dat me naar binnen doet keren. Dat me rust geeft en tegelijk op diepere lagen brengt. Dat donker kan confronterend zijn. Pijnlijk of moeilijk te verteren. Het vraagt soms uithouden, geduld hebben. Als de donkere baarmoeder, die vooraf gaat aan het nieuwe leven dat aan het licht komt. De decembermaand maakt me bewust van de schoonheid van beiden: van het donker en het licht.
Aan de vooravond van de Zonnewende (21-12) denk ik aan de dagen lang geleden dat wij hier ons joelfeest vierden. Het midwinterfeest, waarbij we de zon terug joelden. We staken vuren aan en rolden een brandend zonnerad over onze akkers. Teken van de terugkerende kracht van de zon, hoop op hernieuwde vruchtbaarheid. We haalden groene takken naar binnen, die we versierden met noten. We bliezen op de midwinterhoorn en verjoegen het kwaad met het luiden van klokken. We aten en dronken en zongen en vierden twaalf dagen lang feest.
Onze voorouders leefden dicht bij de natuur. Hun gebruiken werden op zeker moment heidens genoemd en hun levenshouding primitief. Toch denk ik dat zij wijs waren. Ze leren ons weer oog te hebben voor de cyclus van de natuur. Voor yin en yang. Voor het licht dat uit het donker geboren wordt. Wij kunnen ons niet goed voorstellen dat er beschavingen zijn geweest die wijzer waren dan wij. Ik denk dat we ons vergissen. Dat wij in onze focus op de technologische vooruitgang, hebben verloren aan wijsheid op ander gebied. In de snelheid van het leven weten we niet meer hoe te vertragen. In de openheid naar alles en iedereen weten we niet meer hoe te begrenzen. In de maakbaarheid van onze wereld raken we af van wie wij ten diepste zijn. Soms is terugkijken vooruitgang boeken. En wat geweest is, een les voor later.
En het geschiedde in die dagen dat wij Joelfeesters kennis maakten met het eerste christendom. We hoorden over een zekere Jezus, over hemelse taferelen en Licht voor alle mensen verankerd op aarde. Het sprak ons aan. Ons joelfeest werd ons kerstfeest. De klokken werden kerstklokken, de takken een kerstboom en het zonnerad onze kerstkrans.
Wat denk je? Zouden we stiekem toch zijn blijven joelen? Hardop of zachtjes in onszelf? Ik hoop het. We hebben te joelen dat het licht geboren mag worden vanuit het donker. In onszelf en vandaaruit om ons heen. Altijd weer.