Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.
Mijmerend liep ik zojuist mijn avondwandeling. Het was een roerige dag met diverse heftige, verdrietige en indrukwekkende berichten van lieve mensen om me heen. Allemaal hebben ze de overeenkomst dat ze gaan over de worsteling met het leven.
Van het dealen met ziekte die je overkomt zoals kanker, stemmen in je hoofd of Parkinson tot het afgesloten worden van geldstromen en onterechte boetes ontvangen omdat systemen in Nederland je plotseling niet meer erkennen.
Ik mijmer over de zin van het leven. Ik zie de schoonheid van de natuur en ik zie de maan die wordt weerkaatst in het water. Wat kan het leven prachtig zijn, denk ik. Vrolijk en vervullend. Maar ook angstig en onheilspellend kan het leven zijn. En ik zie een haas die schrikt als ik langs kom en zich met grote sprongen ver van mij af beweegt.
Hoe koud en kil kan het leven zijn. En hoe abrupt kun je geconfronteerd worden met een groot verlies denk ik, als ik de dode gans zie op mijn pad. Zijn huid glanst nog. Hij lijkt zo uit de lucht gevallen. Vol en krachtig.
Heeft iemand ooit gezegd dat het leven alleen maar leuk zou worden, stel ik mijzelf de vraag. Nee dat niet. Toch is er iets in mij dat graag in het licht wil zijn. Alsof er een herinnering is die me daar altijd weer naartoe trekt. Naar het licht waar ik vandaan kom.
Maar goed, toen ik in dit leven aankwam, moest ik wel door het donker heen. Daar in de baarmoeder ontstond ik. Vanuit het donker kwam ik aan het licht. Iets wat zo basaal aards is. Altijd moet er eerst chaos, donker en wanorde zijn voor er iets nieuws kan ontstaan. Dat zie ik.
Ik loop verder en zie het bord waar ik jarenlang voorbij loop, ineens anders. Verboden toegang, uitgezonderd bestemmingsverkeer. Zijn wij bestemmingsverkeer? En wat is dan onze bestemming? Wie zegt waar we wel en niet in mogen? Het is een feit dat bestemmingen nogal eens gevonden worden daar waarvan anderen zeggen dat het niet de weg is. Of anders gezegd: de bestemming van dit leven is vaak daar waar je het niet gedacht had.
Wie zegt hoe het moet? Wie weet welke weg te gaan? Ik wandel glimlachend langs de kerk van Schelluinen. Ze blijft mooi en zeker in dit maanlicht is ze prachtig. Voor velen blijft ze een baken, een antwoord. Voor anderen is ze onverstaanbaar geworden.
Wat is waar? Voor mij zijn mensen waar. Hun levens doen ertoe. Hoe dan ook.